Prestatiebeschrijving Fleetboard Portal

Versie 1.2

2022-11-10

1 Algemeen deel

1.1 Inleiding

Geachte klant, In dit document vindt u de belangrijkste functies en prestaties van het product Fleetboard van Daimler Truck AG. Dit dient ter informatie en maakt geen aanspraak op volledigheid, omdat de diensten en services aan een permanente verdere ontwikkeling onderhevig zijn. De indicaties op het dashboard van het voertuigmoeten in elk geval in acht worden genomen en gelden met voorrang op alle indicaties in het kader van Fleetboard, in het bijzonder in het nieuwe Fleetboard Portal.

1.2 Fleetboard-services

De door Daimler Truck AG aangeboden Fleetboard-services zijn een combinatie van een (of meerdere) hardwarecomponenten in het voertuig (die voertuig-, rit- en positiegegevens kunnen verzamelen en via mobiele telefoonnetten kunnen overdragen of gegevens kunnen ontvangen) en uit services die deze gegevens via https://my.fleetboard.com beschikbaar stellen. Via de CAN-bus in het voertuig wordt toegang verkregen tot de voertuigelektronica van de vrachtwagen en vervolgens worden voertuig-, rij- en opdrachtgegevens draadloos aan de server doorgegeven. Van daaruit wordt alle belangrijke wagenparkinformatie met wachtwoordbeveiliging via het internet ter beschikking gesteld. De klant meldt zich aan met zijn persoonlijke toegangsgegevens bij zijn geboekte productgroep en heeft toegang tot de verzamelde gegevens.

Het Fleetboard-serviceportfolio is ontworpen voor voertuigen met conventionele dieselaandrijving of accu-elektrische aandrijving. Meer informatie vindt u in de servicebeschrijvingen.

Nadat de hardware is ingebouwd, kunnen afzonderlijke services uit een breed serviceaanbod naar behoefte van de transportonderneming worden geselecteerd en geboekt. Een beschrijving van de afzonderlijke diensten vindt u in het Bijzonder deel (hoofdstuk 2).

1.3 Fleetboard Portal


Bij het Fleetboard Portal gaat het om een webgebaseerde toepassing die op https://my.fleetboard.com bereikbaar is. Informatie en gegevens worden op verschillende manieren weergegeven. Grotere hoeveelheden gegevens kunnen in een lijstweergave overzichtelijk en transparant worden weergegeven. Voor een meer gedetailleerde analyse kan extra informatie over een record via detailweergaven worden weergegeven. Bovendien is de weergave van het sidepanel beschikbaar. Hierin worden ook actuele gegevens uit verschillende diensten weergegeven. 

Bij het vastleggen van stamgegevens is de toewijzing van groepen (bijv. assetgroep, bestuurdersgroep, geogroep etc.) en de toewijzing van gebruikers aan groepen (bijv. bestuurder aan een bestuurdersgroep) essentieel. Zo kunnen afzonderlijke gegevensrecords aan een groep worden toegewezen (bijvoorbeeld toewijzing van een bestuurder direct aan een bestuurdersgroep) of meteen meerdere gegevensrecords in een groep worden samengevat (bijvoorbeeld meervoudige selectie van bestuurders en toewijzing aan een bestuurdersgroep).

Daarnaast zijn er dienstoverkoepelende functionaliteiten beschikbaar, zoals

Zoekfuncties voor het zoeken van volledige tekst in lijstweergaven

Exportfunctie voor weergegeven inhoud van een lijstweergave in een CSV-bestand, Excel-formaat of als pdf

Datumselectie en selectie van tijden en tijdvakken

Datum- en tijdvakfilter voor het beperken van relevante gegevensrecords in de lijstweergave

Filterfunctie via verschillende parameters in de lijstweergave

1.4 Registratie, rechten en rollen

1.4.1 Tenant en wagenparklogica

In het nieuwe Fleetboard Portal staat een nieuw logisch niveau, de zogenoemde 'tenant' (Nederlands: mandant) ter beschikking. Aan een tenant kunnen voertuigen uit verschillende wagenparken worden toegewezen. Voor de tenant wordt extra informatie vastgelegd, zoals een benaming van een tenant, een adres en de Tenant Owner. Deze informatie wordt alleen in het Fleetboard Portal weergegeven en heeft geen invloed op andere systemen of processen, zoals bijvoorbeeld het contract of de afrekening. De Tenant Owner verzorgt het volledige beheer, de User-rechten en het rollenbeheer.

Grafik 1

1.4.2 Eerste registratie en beheer van uitnodigingen

Elke gebruiker van het Fleetboard Portal heeft voor de registratie een eigen e-mailadres nodig.

De Tenant Owner ontvangt in eerste instantie van zijn contractpartner per e-mail een uitnodiging voor zijn tenant. Met de aanvaarding van de uitnodiging kan hij zich eenmalig in het portal registreren en krijgt hij alle rechten binnen de tenant. Hij is verantwoordelijk voor de verdere rechten en rollentoekenning van alle Users binnen zijn tenant.

Na de eerste aanmelding kan de Tenant Owner zijn gebruikersprofiel aanmaken.

Initieel zijn aan de tenant nog geen wagenpark(en) of voertuigen toegewezen. Na de eerste aanmelding kan de Tenant Owner één of meer wagenparken met alle voertuigen aan de tenant toewijzen. Na de toewijzing kunnen deze wagenpark(en) worden geadministreerd en beheerd. Daarbij kan hij indien nodig nieuwe rollen met individuele rechten aanmaken of rolsjablonen gebruiken.

Om ervoor te zorgen dat andere gebruikers toegang tot de gegevens binnen het nieuwe Fleetboard Portal krijgen, moeten deze door de Tenant Owner worden uitgenodigd. Hiervoor registreert de Tenant Owner binnen het beheer in het Fleetboard Portal naast de naam, de taal en de rol het e-mailadres van de uit te nodigen gebruiker. De uitnodiging wordt dan per e-mail naar de nieuwe gebruiker gestuurd. De uitnodigende persoon definieert hoe lang de gebruiker het recht krijgt om de rol met de betreffende rechten te gebruiken. Uit de uitnodiging blijkt wie de gebruiker heeft uitgenodigd en in welke tenant hij is uitgenodigd. Via een link in de uitnodiging moet de gebruiker zich in elk geval eerst eenmalig registreren en zich bij het Fleetboard Portal aanmelden waar hij zijn gebruikersprofiel kan bijhouden. Vervolgens kan hij in het kader van zijn toegewezen rol en de bijbehorende rechten het Fleetboard Portal gebruiken.

1.4.3 Rechten en rollen

Tenant Owner: 

Deze is verantwoordelijk voor de verdere toekenning van rechten binnen zijn tenant en het toegewezen wagenpark/de toegewezen wagenparken en heeft toegang tot alle beschikbare functies en het volledige beheer. Deze rol kan niet worden bewerkt of verwijderd. Alle andere rollen zijn sjablonen van rollen. Deze kunnen gekopieerd, opnieuw aangemaakt, bewerkt en gewist worden.

Andere rollen:

Alle rollen en de toegewezen rechten, behalve de rol Tenant Owner, kunnen vrij door de Tenant Owner worden gedefinieerd. Voor een eenvoudiger beheer zijn handige sjablonen beschikbaar. Aan deze sjablonen zijn vaste rechten toegewezen en deze kunnen niet worden bewerkt. Sjablonen kunnen echter worden gekopieerd en als kopie worden bewerkt.

Beheer van het gebruikersprofiel: Land en andere instellingen

In het beheer kunnen in het gebruikersprofiel andere parameters worden geadministreerd, bijv. land en eenheden. De waarden gelden dan als standaardwaarden voor de gebruiker voor alle tenants en de toegewezen wagenparkgegevens waarvoor de gebruiker bevoegd is. Elke gebruiker kan zijn gebruikersbeheer individueel aanpassen. Als er geen instellingen in het gebruikersprofiel worden gedaan, gelden de instellingen in de betreffende tenant.

1.5 Notification Center

1.5.1 Productomschrijving:

In het portaal bevindt zich een Notification Center. Een melding (notification) kan zowel door een bestuurder als een voertuig worden geactiveerd. Het Notification Center maakt onderscheid tussen verschillende soorten meldingen en soorten communicatiekanalen (bijv. weergave van inkomende meldingen in het Notification Center). Meldingen bevatten een korte beschrijving op basis van gestandaardiseerde meldingsteksten en een tijd. Elke gebruiker kan voor de tenants waarin hij actief is de meldingen afzonderlijk configureren en over het algemeen in- en uitschakelen. De volgende communicatiekanalen zijn mogelijk:

Portal: Binnenkomende meldingen worden in het Notification Center van het portal weergegeven. Er is een link naar de afzonderlijke diensten en de gegevensset die de melding heeft geactiveerd.

E-mail: Verzending van het bericht naar een ontvanger of naar een verdeellijst.

1.6 Dashboard en widgets

1.6.1 Productomschrijving:

Het dashboard biedt de gebruiker snelle toegang tot relevante gegevens in een compact overzicht. De weergegeven widgets kunnen door de gebruiker zelf voor een individueel dashboard worden geselecteerd.

De widgets kunnen als voetnoot ook vooraf gedefinieerde snelkoppelingen bevatten waarmee naar de betreffende services en functies van de afzonderlijke services kan worden gesprongen.

Widgets kunnen door de gebruiker zelf worden verwijderd. Daarnaast kan het dashboard gereset, toegevoegd of verplaatst worden.

1.7 Voertuigen en voertuiguitrusting

1.7.1 Voertuigen

De volgende voertuigen met een ondersteunde boordcomputer (zie voertuiguitrusting) zijn voor het Fleetboard Portal vrijgegeven:

Vrachtwagens van Daimler Truck AG:

Merk

Naam

Bouwjaar

Mercedes-Benz

eEconic

vanaf bouwjaar 10/2022

Mercedes-Benz

eActros

vanaf bouwjaar 10/2021

Mercedes-Benz 

Actros 5

vanaf bouwjaar 04/2019

Mercedes-Benz 

Arocs 5 

vanaf bouwjaar 04/2019

Mercedes-Benz 

Atego 2

vanaf bouwjaar 11/2012

Mercedes-Benz 

New Antos 4

vanaf bouwjaar 08/2012

Mercedes-Benz 

New Arocs 4

vanaf bouwjaar 10/2011

Mercedes-Benz 

New Actros 4

vanaf bouwjaar 10/2011

Mercedes-Benz 

Actros 3 (modelserie 930-934)

vanaf bouwjaar 2008

Vrachtwagens van andere fabrikanten:

Vrachtwagens met dieselaandrijving en FMS-interface tot versie 3.0 (beperkte functieomvang bij voertuigen met FMS-gegevensbasis)

Opmerking: Vrachtwagens van andere fabrikanten met 100% accu-elektrische aandrijving worden momenteel niet ondersteund (uitzondering zie Charge Management)

1.7.2 Voertuiguitrusting

De volgende boordcomputers zijn voor het Fleetboard Portal vrijgegeven:

Truck Data Center 7

Truck Data Center 7 (FB Card)

Truck Data Center 6 (FB Card)

Truck Data Center 6

Een overzicht van de levenscyclus van de verschillende hardwarecomponenten vindt u op https://www.fleetboard.nl/contact/faqs/#/ in het gedeelte Levenscyclus.

Sommige afzonderlijke Fleetboard-services hebben extra hardwarevereisten (zie Bijzonder deel, hoofdstuk 2).

1.8 Algemene systeemvereisten:

Processor met ten minste 2 GHz klokfrequentie

Minimaal 8 GB RAM-geheugen

Minimale schermresolutie 1080p (Full HD)

Aanbevolen browsers:  Google Chrome, Mozilla Firefox, Microsoft Edge in de huidige versie

Voor het gebruik van de kaart (mapping) wordt een speciale grafische kaart aanbevolen

Mobiel gebruik kan functioneren, maar wordt vooralsnog niet direct ondersteund.

1.9 Wagenparktoewijzing en voertuigactivering

1.9.1 Voertuigen activeren en deactiveren

In elk voertuig van het wagenpark worden de services geactiveerd die voor het wagenpark zijn geboekt, voor zover de technische voorwaarden in het voertuig aanwezig zijn. 

Vanaf de activering van een voertuig worden de maandelijkse servicekosten voor de geactiveerde services in rekening gebracht. De klant moet voor de activering de verplichte gegevens in een online formulier doorgeven (bijv. VIN, contactgegevens). Bij een succesvolle activering/deactivering of bij vragen nemen wij per telefoon/e-mail contact op met de vermelde contactpersoon.

1.9.2 Voertuigen aan een wagenpark toewijzen en verwijderen

Om een voertuig aan een wagenpark toe te wijzen of te verwijderen, moet het voertuig in het wagenpark worden geactiveerd/gedeactiveerd. Zodra het voertuig is geactiveerd, is het zichtbaar in het wagenpark en verzendt het voertuig gegevens. Zodra het voertuig is gedeactiveerd worden er geen gegevens meer verzonden. De klant kan instellen of het gedeactiveerde voertuig nog steeds zichtbaar in het wagenpark wordt weergegeven of verborgen. Een voertuig kan alleen in een wagenpark actief zijn. Een wijziging/opname in een ander wagenpark kan via de support worden aangevraagd.

2
Bijzonder deel

2.1 Migratievoorwaarden

2.1.1 Lifecycle Management

Met de migratie naar het nieuwe Fleetboard Portal kunnen de wagenparkdiensten een iets afwijkende functieomvang hebben. De volgende services zijn in de toekomst niet meer beschikbaar

Fleetboard Trailer ID

Fleetboard Trailer Data

Fleetboard Messaging

Fleetboard Disposition (het vervalproduct HABBL zal op een later tijdstip eveneens in het Fleetboard Portal beschikbaar zijn)

Fleetboard Uptime (Mercedes-Benz Uptime zal in Fleetboard beschikbaar zijn)

2.1.2 Geplande verdere ontwikkelingen in het nieuwe Fleetboard Portal

De volgende diensten en functies zullen op een later tijdstip in het nieuwe Fleetboard Portal beschikbaar zijn

Diensten:

Fleetboard-tijdregistratie

Download Fleetboard-bestuurderskaart:

Download Fleetboard-massageheugen

ReportsFleetboard Reports

Fleetboard Mapping en Track & Trace (voor voertuigen op diesel)

Fleetboard-rittenregistratie

o Rittenboek (voor voertuigen met 100% accu-elektrische aandrijving en dieselaandrijving)

o Rittendiagram (voor voertuigen op diesel)

Functies: Weergave van voertuigen van CharterWay 

Interfaces/API's

Fleetboard Driver Card

Berichten: Home & Event Call, diefstal-/inbraakalarminstallatie

2.1.3 Geplande verdere ontwikkeling van de Fleetboard-apps

De volgende Fleetboard-apps zullen voor wagenparken die in het nieuwe Fleetboard Portal zichtbaar zijn pas op een later tijdstip beschikbaar zijn

Fleetboard Driver-app

Fleetboard Fleet-app

2.2 Fleetboard-gebruiksanalyse

2.2.1 Productomschrijving:

De dienst gebruiksanalyse bevindt zich in het Fleetboard Portal in de Application Analytics en biedt de gebruiker een beoordeling van het voertuig en de bestuurder (beoordelingsobjecten). De beoordeling is gebaseerd op voertuiggegevens die via de boordcomputer in het voertuig zijn verzameld.

De gebruiksanalyse verschaft de gebruiker bijv. de volgende informatie: naam van de bestuurder, beoordelingsperiode, begin en einde van de geanalyseerde rit, rijstijl, moeilijkheidsgraad (op basis van de gemiddelde helling, het gemiddelde gewicht van het voertuig en het aantal stops), totale afstand, gemiddelde snelheid, gemiddeld totaal brandstofverbruik, gemiddeld verbruik, CO 2 -emissie (berekening op basis van normale diesel), voertuigidentificatienummer en bestuurdersnummer.

De gebruiker kan alle informatie aan de hand van een vooraf gedefinieerde periode- of rittenanalyse bekijken. De rijstijl van de bestuurder wordt op een schaal van 1 tot 10 (cijfers) geanalyseerd en beoordeeld. Een cijfer tussen 1,0-3,9 betekent 'slecht resultaat', tussen 4,0-7,9 betekent 'gemiddeld resultaat' en tussen 8,0-10,0 betekent 'goed resultaat'. De beoordeling is gebaseerd op een analyse van de rijstijl met betrekking tot het verbruik (gemiddeld en totaal brandstofverbruik, gemiddeld en totale verbruik tijdens het rijden, stationair brandstofverbruik, gemiddelde en totale CO 2 -uitstoot) en het gebruik van remmen, bijv. anticiperende rijstijl, pedaalbeweging, snelheid, stops en vertraging. De analyse omvat ook de volgende kenmerken: totale afstand, aantal stops, aantal kickdowns, remweg, bewegings- en stoptijd, uitrolweg, rolweg, EcoRoll-geactiveerde afstand, standaardmodus, afstand en reisafstand. De gegevens worden door het voertuig aan servers overgedragen (bijv. als de DTCO-bestuurderskaart of FB-bestuurderskaart wordt verwijderd of, als er geen kaart wordt gebruikt, dagelijks om 00.00 uur).

2.2.2 Dienstspecifieke hardwarevereiste:

Bestuurdersidentificatie met de DTCO bestuurderskaart:

De eenduidige identificatie van de bestuurder gebeurt via de DTCO bestuurderskaart . In het beheer moet de kaart-ID aan de bestuurdersnaam worden toegewezen. Bij het wisselen van voertuig neemt de bestuurder de bestuurderskaart mee in het nieuwe voertuig en moet hij zich daar opnieuw identificeren met de kaart.

Ondersteunde soort aandrijvingen

Dieselaandrijving

Dienstspecifieke voertuiguitrusting

Mercedes-Benz-vrachtwagens: geen

Vrachtwagens van andere fabrikanten: FMS-interface tot versie 3.0 (beperkte functieomvang bij voertuigen met FMS-gegevensbasis)

2.3 Fleetboard-rittenregistratie

2.3.1 Productomschrijving:

De dienst Rittenregistratie bevindt zich in het Fleetboard Portal in het Application Logbook en biedt informatie over de details van een rit. De dienst verstrekt de volgende gegevens: Starttijd en duur van een rit, rij- en rusttijd, tijdstip van de bediening van de ontsteking, tijd waarin de motor werd geactiveerd en duur van de actieve motor. De gebeurtenissen worden aan de gebruiker in een rittenboek (tabelvorm) en een rittendiagram getoond.

Rittendiagram:
Naast het rittenboek in tabelvorm heeft de gebruiker de mogelijkheid om voor alle ritten van het wagenpark een diagram te laten weergeven. Voor de weergave wordt een bepaald voertuig of een groep voertuigen geselecteerd en een analyseperiode ingesteld, bijv. de actuele dag, vorige dag of een individuele periode. Om het diagram tot relevante informatie te beperken, is een uitgebreide zoek- en filterfunctionaliteit beschikbaar. Voor het geselecteerde gebied worden diagrammen met verschillende informatie weergegeven, die bovendien op de kaart kunnen worden weergegeven:

Rit en stilstand

Rit

Ontsteking

Motor

en andere diagrammen en activiteiten (afhankelijk van het soort aandrijving)

2.3.2 Dienstspecifieke hardwarevoorwaarde:

Ondersteunde soort aandrijvingen

100% accu-elektrische aandrijving

Dienstspecifieke voertuiguitrusting

Mercedes-Benz-vrachtwagens: geen

2.4 Fleetboard Mapping en Track & Trace:

2.4.1 Productomschrijving:

De service Mapping bevindt zich in het Fleetboard Portal in de Application Map. Hier worden aan de gebruiker, gewoonlijk leidinggevenden of wagenparkbeheerders, gegevens voor de tracering van wagenparken uit de verschillende Fleetboard-diensten op een digitale, geografische kaart weergegeven. Hiertoe behoren in het bijzonder locatiespecifieke informatie over de status en verblijfplaats van voertuigen, bestuurders, ritten en zendingen. Tegelijkertijd kan kaartrelevante informatie zoals verkeersinformatie, POI's (Point of Interest), Mercedes-Benz-servicewerkplaatsen of klantspecifieke locaties en zelf aangemaakte gebieden in mapping voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Naast de voor de klant, het voertuig en het wagenpark relevante informatie wordt in de mapping afhankelijk van de selectie van de gebruiker algemene kaartinformatie weergegeven, zoals bijvoorbeeld verkeersinformatie. Voor het gebruik van de kaart worden naast de gebruikelijke zoom- en verschuiffunctie diverse filtermogelijkheden aangeboden.

Informatie over ritten en voertuigen en hun voorwaarden

Het interval waarmee uw voertuigen positiegegevens naar het portaal sturen, hangt af van het feit of de dienst Track & Trace voor een snellere tracering is geboekt. Met de Mapping Standaardtracering, d.w.z. zonder Track & Trace, worden om de 3 minuten posities van het voertuig geregistreerd. Na 30 minuten wordt dan een pakket met 10 posities naar het portaal verzonden. Als de service Track & Trace is geboekt, beslist de in de vrachtwagen ingebouwde boordcomputer en het land waarin uw onderneming zich bevindt, met welk verkort traceringsinterval uw voertuigen verzenden. Met het nieuwe Truck Data Center kunt u in de meeste landen van de Europese Unie* genieten van het nieuwe en verbeterde traceringsinterval, waarmee om de 30 seconden een positie direct naar het Fleetboard Portal wordt verzonden. Indien u een oudere boordcomputer dan het Truck Data Center in uw voertuig hebt ingebouwd, bijvoorbeeld een Fleetboard boordcomputer, wordt met de dienst Track & Trace om de 30 seconden een positie van het voertuig geregistreerd. Na 10 minuten wordt dan een pakket met 20 posities naar het portaal gestuurd. Dit traceringsinterval is ook van toepassing bij het boeken van de dienst Track & Trace als u de dienst gebruikt in een land waar de tracering van om de 30 seconden niet beschikbaar is (zie hieronder). Dat geldt onafhankelijk van de ingebouwde boordcomputer voor alle voertuigen van het wagenpark. Opmerking: Afwijkende traceringsintervallen kunnen in uitzonderlijke gevallen door een marktspecifiek aanbod in afzonderlijke landen ontstaan.

* In de volgende markten krijgen voertuigen die met een Truck Data Center uitgerust zijn het nieuwe traceringsinterval van 30 seconden zonder extra kosten: Duitsland, België, Bulgarije, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Gibraltar, Griekenland, Groot-Brittannië, Ierland, IJsland, Isle of Man, Italië, Kanaaleilanden, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Monaco, Nederland, Noord-Ierland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, San Marino, Zweden, Zwitserland, Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechische Republiek, Hongarije, Vaticaanstad en Cyprus.

Door de geboekte diensten Mapping en Track & Trace kunnen de voertuigen met alle bijbehorende positiegegevens in mapping worden gevolgd. Bovendien heeft de gebruiker in Mapping de mogelijkheid om via een snelle selectie de laatste ritten van de voertuigen te volgen en ziet daarbij alle bijbehorende gebeurtenissen van de ritten. Met behulp van de beschikbare filters kunnen de gewenste gebeurtenissen worden geselecteerd (afhankelijk van andere geboekte Fleetboard-diensten zoals tijdregistratie of Mercedes-Benz Uptime). Indien na de laatste 48 uur verdere analyses van het volgen van de rijstrook door de gebruiker gewenst zijn, kan de gebruiker de historische posities van de laatste 12 maanden via het Fleetboard Portal in het rittenboek van het Application Logbook met alle bijbehorende ritgebeurtenissen doorzoeken.

Mappingfuncties

In Mapping worden adressen en routes door invoer van het vertrek- en bestemmingsadres berekend om een routelijst met informatie over de afstand en route-instructies op te vragen en de route op de kaart weer te geven. Bovendien kan verdere informatie over de route, zoals beperkingen van bedrijfsvoertuigen of tol, worden berekend die de gebruiker in staat stellen de optimale route te selecteren. Voor de volledig individuele routeplanning worden in Mapping nog meer functies voor de weergave van de actieradius aangeboden. Naast de gebruikelijke weergave van de actieradius per geplande rit in km, kunnen door de dienst Tijdregistratie ook gegevens over de resterende rijtijd worden meegenomen. Er wordt ook een weergave van de actieradius voor volledig elektrische voertuigen op de kaart aangeboden. De functie Voertuigen in de buurt zoekt vanuit het geselecteerde bestemmingspunt op de kaart resp. vanuit het geselecteerde bestemmingsadres van voertuigen die zich op trajecten in de buurt bevinden. Uitgaande van een voertuig kan de gebruiker via de functie Isoline Routing de actieradius van zijn voertuigen controleren, om bijvoorbeeld het ideale voertuig voor een bepaalde bestemming te kunnen kiezen.

Naast de gebruikelijke POI's (Point of Interest), zoals de dichtstbijzijnde grote stad of de dichtstbijzijnde Mercedes-Benz werkplaats, hebben gebruikers de mogelijkheid om zelf POI's als adres voor een wagenpark aan te maken om deze op de kaart te gebruiken en bijvoorbeeld de afstand van verschillende voertuigen tot een bepaald POI te vergelijken. Bovendien kunnen individuele gebieden worden vastgelegd die de gebruiker wil bekijken. Zo kan op verzoek bijvoorbeeld een melding worden gegenereerd zodra een voertuig een gebiedsgrens passeert. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen binnen- en buitenrijden van het voertuig.

2.4.2 Dienstspecifieke hardwarevoorwaarde:

Ondersteunde soort aandrijvingen

100% accu-elektrische aandrijving

Dienstspecifieke voertuiguitrusting

Mercedes-Benz-vrachtwagens: geen

o Voor de tracering om de 30 seconden (indien beschikbaar in het land): Truck Data Center

2.4.3 Algemene dienstpecifieke voorwaarden

Boordcomputer Fleetboard: Updaten naar actuele softwareversie

Gps-signaal via adequate satellietontvangst gewaarborgd (minstens 3 satellieten)

Mobieletelefoonvoeding via de 4G-standaard

2.5 Fleetboard Service

2.5.1 Productomschrijving:

Fleetboard Service is een digitale tool voor de gebruiker en wagenparkeigenaar op het gebied van voertuigonderhoud. Met de dienst Fleetboard Service behoudt de gebruiker van het aanstaande onderhoud tot aan het uitgevoerde onderhoud steeds het overzicht over de toestand van zijn voertuigen in het wagenpark.

Een blik op het gedeelte Uptime geeft meteen een overzicht van de onderhoudstoestand van het wagenpark. Bij welke voertuigen van mijn vloot moet binnenkort onderhoud worden uitgevoerd of zijn er zelfs al onderhoudsbeurten achterstallig? Bij nader onderzoek van het afzonderlijke voertuig in het Fleetboard Portal ziet de gebruiker alle uit te voeren onderhoudstypen in één oogopslag. De gegevens komen direct uit de onderhoudscomputer van het voertuig. Zo krijgt de gebruiker digitale ondersteuning om de noodzakelijke onderhoudsafspraken voor het gehele wagenpark efficiënt te plannen. De volgende gegevens worden aan de gebruiker getoond ter ondersteuning van de onderhoudsplanning: voertuig, kilometerstand, urgentie en soort onderhoud, dagen, aantal bedrijfsuren en kilometers tot aan of sinds de vervaldatum van de volgende onderhoudsbeurt, en de datum waarop het onderhoud is uitgevoerd. Indien onderhoud via het voertuig niet beschikbaar is en u als wagenparkeigenaar dit onderhoud toch graag wilt laten uitvoeren, kunt u via de handmatige onderhoudsplanning volledig willekeurige onderhoudssoorten aanmaken, het gewenste onderhoudsinterval vastleggen en deze aan één of meerdere voertuigen van het wagenpark toewijzen. Typische voorbeelden van handmatig onderhoud zijn de APK-keuring, het reinigen van de cabine of andere technische controles van de toestand van het voertuig. Remmen, bandenspanningen, vloeistofniveaus en overige slijtagegegevens kan de gebruiker optioneel in de vorm van handmatig onderhoud aanmaken. Indien bijvoorbeeld het oliepeil of de bandenspanning van de voorgeschreven waarde afwijkt, wordt dit in het Fleetboard Portal weergegeven. Zo kan de gebruiker alle werkzaamheden in één onderhoudsafspraak samenvoegen, zonder dat de bestuurder over de toestand van het voertuig moet worden gevraagd. Bovendien biedt de dienst gedetailleerde informatie over het onderhoudsverloop van het voertuig. Zo kan altijd worden gecontroleerd op welk tijdstip en in welke toestand welk onderhoud is uitgevoerd. Indien nodig kan ook extra informatie over het uitgevoerde onderhoud handmatig worden ingevoerd. In de geschiedenis van het onderhoudsoverzicht is de export- en afdrukfunctie handig om een soort gedetailleerd controleboekje in de eigen documentatie op te slaan.

2.5.2 Dienstspecifieke hardwarevereiste:

Ondersteunde soort aandrijvingen

Dieselaandrijving

Dienstspecifieke voertuiguitrusting

Mercedes-Benz-vrachtwagens: geen

Vrachtwagens van andere fabrikanten: FMS-interface tot versie 3.0 (beperkte functieomvang bij voertuigen met FMS-gegevensbasis)

2.6 Fleetboard Charge Management

2.6.1 Productomschrijving

Met de service Charge Management kunnen gebruiksgegevens en toestanden van hoogspanningslaadstations worden vastgelegd, kunnen controleopdrachten aan deze stations worden doorgegeven en kunnen oplaadactiviteiten met voertuigen worden gepland en goedgekeurd.

Het gebruiksgedrag van de laadstations wordt door de dienst geanalyseerd en in de vorm van kengetallen en grafieken weergegeven. Klantrelevante bedrijfstoestanden van de laadstations, gebeurtenissen tijdens het gebruik en interacties met voertuigen worden geregistreerd en door de service grafisch en in tabelvorm weergegeven. Voertuigen die zijn aangesloten op het laadstation kunnen worden geïdentificeerd en opladen kan worden toegestaan of verboden.

Op die manier kan de gebruiker van de dienst gebruiksfouten, gebruiksproblemen of misbruik vroegtijdig herkennen en effectief tegensturen. De gebruiker kan ook door het verzenden van commando's communiceren met laadstations om bijvoorbeeld laadprocessen op afstand te regelen of laadstations stil te leggen of weer in een gebruiksklare toestand te brengen. De werking van de laadstations kan bovendien door gebruikersinstellingen worden beïnvloed, om bijv. hun vermogensafgifte tot een bepaalde waarde te beperken.

Relevante voertuiginstellingen met betrekking tot het laadgedrag, de laadtijden en de preconditionering van de elektrische voertuigsystemen worden uit voertuigen met accu-elektrische aandrijving van de fabrikant Daimler Truck AG overgedragen en kunnen deels van buiten het voertuig door de gebruiker op het gewenste gedrag worden aangepast.

De overdracht van de door het laadstation verzamelde gebruiksgegevens gebeurt met regelmatige tussenpozen en bij het optreden van bepaalde gebeurtenissen, zoals het starten of beëindigen van een laadproces.

2.6.2 Dienstspecifieke hardwarevereiste

Hoogspanningslaadstation

Het gebruik van de dienst Charge Management is mogelijk met hoogspanningslaadstations van de fabrikant Siemens of ENGIE/EV-Box. Laadstations van andere aanbieders kunnen eventueel ook worden gebruikt. Voorwaarde hiervoor is een voorafgaande technische beoordeling door Daimler Truck AG.

De dienst ondersteunt elke vrachtwagen met een elektrische aandrijving op accu's, voor zover deze met één van de goedgekeurde laadstations kan worden verbonden en opgeladen.

In combinatie met voertuigen met accu-elektrische aandrijving van de fabrikant Daimler Truck AG kan de grootst mogelijke functionaliteit worden gebruikt. Met voertuigen van andere fabrikanten is de functionaliteit beperkt.

Ondersteunde soort aandrijvingen

100% accu-elektrische aandrijving

Dienstspecifieke voertuiguitrusting

Mercedes-Benz-vrachtwagens: geen

Vrachtwagens van andere fabrikanten: Met voertuigen van andere fabrikanten is de functionaliteit beperkt.